Hoogbegaafd en hooggevoelig
Hoogbegaafde kinderen gaan efficiënt om met het verwerken van prikkels (Althuizen, De Boer, Van Kordelaar, 2015). Het neurale netwerk van deze kinderen zorgt ervoor dat prikkels snel worden omgezet in bruikbare informatie. Hoogbegaafde kinderen zijn hierdoor vaak zeer alert, zowel cognitief als zintuiglijk en emotioneel (Aron, 2002). Ze kunnen deze hoge mate van alertheid niet zomaar uitschakelen, het is een continue proces dat soms voor vele uitdagingen kan zorgen.
Hoogbegaafdheid en de extreme prikkelverwerking gaan volgens Kieboom in de meeste gevallen samen. Zij spreekt over het zijnsluik, over het ‘anders zijn’ en anders voelen dan andere kinderen (Kieboom, 2007). Het zijnsluik bestaat volgens Kieboom uit een aantal kernelementen: perfectionisme versus faalangst, rechtvaardigheidsgevoel, kritische ingesteldheid en hypergevoeligheid. Dit laatste, de hypergevoeligheid, hetgeen de hoge prikkelverwerking aanduidt, staat de laatste jaren veel in de spotlights.
De hoogsensitiviteit uit zich in hoogbegaafde kinderen op verschillende manieren. Psychiater Kasimierz Dabrowski geeft aan dat er sprake kan zijn van prikkelgevoeligheid op verschillende gebieden: intellectueel, emotioneel, verbeeldend, zintuiglijk en psychomotorisch (Webb, Amend, Gore, DeVries, 2013).
Intellectuele hooggevoeligheid
Een hoogbegaafd kind kan zich makkelijk zorgen maken, veel piekeren en zich voortdurend afvragen hoe dingen zullen aflopen en of het wel tot een goed einde komt. Hoogbegaafde kinderen denken veel na over de problemen die op de wereld heersen en zullen soms met de meest ingenieuze ideeën komen om deze problemen op te lossen. Natuurlijk is dit laatste een hele fijne gedachte, maar deze kinderen kunnen hier ook nachten van wakker liggen. De aanleiding kan een nieuwsbericht zijn of iets dat ze op school tijdens de aardrijkskundeles hebben gehoord. Dit maakt dat hoogbegaafde kinderen vaak angstiger zijn dan hun klas- of leeftijdsgenootjes. De vele vragen die verwerkt moeten worden in deze drukke hoofdjes monden uit in piekergedachten, die op hun beurt weer zo groot worden dat ouders soms radeloos achterblijven.
Neem bij intellectuele gevoeligheid de tijd voor het bespreekbaar maken van de onderwerpen die jouw kind zo bezig houden. Ga in op de vragen die je zoon of dochter bezig houden en ga samen op zoek naar mogelijke antwoorden. Zie deze leergierigheid als iets moois en geef dit terug aan je kind.
Emotionele hooggevoeligheid
Naast het piekeren zien we bij hoogbegaafde kinderen dat zij erg gevoelig kunnen zijn voor non-verbale communicatie. Ze zullen al heel vroeg de meest subtiele signalen opvangen en hierop reageren. Een klein gebaar of een wisseling van houding zijn vaak al genoeg om te weten hoe de ander zich voelt of wat hij zou denken. Dit maakt dat hoogbegaafde, hoogsensitieve kinderen zich empatisch kunnen opstellen, maar ook dat zij soms overweldigd worden door de emoties van anderen. Ze weten niet altijd waar deze gevoelens vandaan komen en hoe ze hiermee om moeten gaan. De intensiteit van de emoties die zij zelf van binnen voelen kan leiden tot extreme emotionele uitingen, zoals woedeaanvallen of heftige huilbuien.
Als ouder is het belangrijk de gevoelens niet te bagatelliseren, maar ze juist te accepteren en bespreekbaar te maken. Help je kind zich te anticiperen op emotionele reacties en leer het hiermee om te gaan. Zo kun je bespreken welke signalen je zoon of dochter kan ervaren als emoties te veel worden. Ontspanningstechnieken kunnen erg helpen bij de omgang met deze heftige emoties.
Verbeeldende hooggevoeligheid
De innerlijke leefwereld van hoogbegaafde kinderen is vaak erg rijk. Zo zullen ze regelmatig met uitbundige verhalen komen en makkelijk wegdromen in de klas. Ze kunnen zelf helemaal verzonken raken in de verzonnen realiteit waarin hun creativiteit compleet wordt vrijgelaten. Om die reden gebeurt het wel eens dat deze kinderen realiteit en fantasie niet goed meer van elkaar kunnen onderscheiden.
Geef je kind tips om zijn/haar aandacht erbij te houden tijdens een instructie, door bijvoorbeeld kleine tekeningetjes te maken tijdens het luisteren. Daarnaast kan het in de vrije tijd voor je zoon of dochter erg goed zijn om zich creatief te uiten in de vorm van tekenen, toneel of dans.
Zintuiglijke hooggevoeligheid
Deze vierde vorm van hooggevoeligheid heeft te maken met de ervaring van alledaagse zintuiglijke impulsen (voelen, horen, zien, ruiken, proeven). De prikkels die op zintuiglijk gebied binnenkomen, kunnen door hoogbegaafde kinderen als heftiger worden ervaren dan door het ‘normale’ kind. Zo kan een labeltje in een trui een grote last zijn, een nieuw gerecht totaal worden afgekeurd door de nieuwe smaken en texturen, of kan het geluid in een klaslokaal te veel worden voor een HB kind. Hoogbegaafde kinderen zullen nieuwe situaties om deze reden ook erg vermoeiend vinden. De hevigheid van de zintuiglijke impulsen heeft vaak overprikkeling tot gevolg.
Probeer als ouder rekening te houden met deze zintuiglijke gevoeligheid. Zorg voor een prikkelarme omgeving door bijvoorbeeld de labeltjes uit de kleding te knippen of een geluidsarme plek te creëren in huis waar je kind even tot rust kan komen. Ook op school kan er gesproken worden over een apart werkplekje waar je zoon of dochter bij overprikkeling gebruik kan maken.
Psychomotorische hooggevoeligheid
Ten slotte kan een kind overprikkeld worden op psychomotorisch gebied. Zo kan er erg veel behoefte zijn aan beweging en beschikken deze kinderen vaak over een overschot aan energie. Wanneer ze opgewonden zijn, zijn impulsieve bewegingen, nerveuze tics of extreem competitief gedrag opvallende gedragingen. Thuis en op school lijken ze soms niet stil te kunnen zitten. Het komt voor dat dit gedrag onterecht wordt gezien als ADHD-gedrag.
Help je zoon of dochter met het herkennen van het gedrag. Ga hierover in gesprek en benader het op een positieve manier. Zo kan er gesproken worden over het enthousiasme van je kind. Daarnaast is het van belang om het ‘zijn’ en het ‘gedrag’ gescheiden te houden wanneer je het gedrag toch graag wilt corrigeren. Je kind als persoon is niet druk, maar het gedraagt zich onrustig. Ten slotte zijn er een heleboel hulpmiddelen die nuttig kunnen zijn in de klas, zoals een wiebelkussen of een tangle.
Bronnen
Althuizen, M., De Boer, E. & Van Kordelaar, N. (2015). Een andere kijk op hoogbegaafdheid. Amsterdam: Uitgeverij SWP.
Aron, E. N. (2002). Het hoogsensitieve kind. Help je kinderen opgroeien in een wereld die hen overweldigt. Amsterdam: Archipel.
Kieboom, T. (2007). Hoogbegaafdheid. Als je kind (g)een einstein is. Tielt: Uitgeverij Lannoo.
Webb, J. T., Amend, E. R., Gore, J. L. & DeVries, A. R. (2013). De begeleiding van hoogbegaafde kinderen. Assen: Koninklijke van Gorcum BV.