Hoogbegaafde kinderen zijn intelligent, creatief en gedreven. Zij hebben een sterke eigen wil, zijn hypergevoelig en intens in emoties en gedrag. Het opvoeden van een hoogbegaafd kind brengt prachtige momenten met zich mee, maar soms ook de nodige vragen en zorgen. Hoogbegaafde kinderen ontwikkelen zich anders dan de meeste kinderen, hebben andere mogelijkheden, beperkingen en behoeften. En daarbij kunnen hoogbegaafde kinderen onderling enorm van elkaar verschillen. Van de meeste ouders vraagt het veel om op de juiste manier met hun hoogbegaafde kind te kunnen meebewegen en het toch de zo noodzakelijke kaders te bieden.
Met welke soort problemen kan ik terecht?
Ouders kloppen vaak aan bij Scope aan omdat zij zien dat hun kind niet lekker in zijn vel zit, (sociale en/of emotionele) gedragsproblemen ontwikkelt en omdat zij graag willen dat dit wordt opgelost. Veel gehoorde klachten zijn bijvoorbeeld:
– mijn kind is hyperactief/impulsief/afleidbaar
– mijn kind is agressief/dwars/opstandig
– mijn kind luistert niet, doet niet wat hem/haar wordt gevraagd
– mijn kind is chaotisch/vergeetachtig/ongeorganiseerd
– mijn kind is teruggetrokken/angstig/somber
– mijn kind piekert veel/heeft moeite met inslapen
– mijn kind heeft moeite om aansluiting te vinden/voelt zich eenzaam
– mijn kind verveelt zich/wil niet naar school
Wilt u meer weten over de visie en werkwijze van Scope, klik dan hier.
Vanuit welke visie wordt er gewerkt?
Gedragsproblemen ontstaan nooit zomaar. Een kind ontwikkelt disfunctionele gedragspatronen in interactie met de omgeving; omdat het hem/haar iets oplevert of als coping strategie. Scope probeert om samen met de ouders (en het kind) te achterhalen hoe deze patronen ontstaan zijn, wat de aard en functie ervan is en door welke factoren het gedrag in stand gehouden wordt. Wij werken daarbij systemisch en eclectisch.
Hoe ziet een begeleidingstraject eruit?
Een begeleidingstraject begint bij Scope altijd met een intake- en anamnesegesprek. Dit gesprek duurt ongeveer 90 minuten en wordt bij voorkeur gevoerd met beide ouders. Het kind is daar niet bij. Het intake- en anamnesegesprek is bedoeld om kennis te maken, informatie uit te wisselen over het kind, de school en het gezin en om samen helder te krijgen wat precies de hulpvraag is (van het kind en van de ouders). Op basis hiervan bepalen we samen of een begeleidingstraject bij Scope inderdaad gewenst is, wat de opbrengst van de begeleiding moet zijn en wat daarover kan worden afgesproken.
Na afloop van het eerste gesprek ontvangt u altijd een kort verslag met daarin een samenvatting van het beeld, de hulpvraag en de behandeldoelen. Behandeldoelen kunnen betrekking hebben op een toename van kennis (psycho-educatie m.b.t. hoogbegaafdheid), inzicht (in het functioneren van de ouders, het kind en het gezinssysteem als geheel) en/of vaardigheden (van de ouders, het kind en eventueel de school). Vaardigheden kunnen betrekking hebben op: het aan- en afleren van (on)gewenst gedrag, effectieve communicatie, conflicthantering of bijvoorbeeld de executieve functies (taakinitiatie, emotieregulatie, inhibitie, plannen, organiseren, etc). Maar het kan ook gaan om het hebben van reële verwachtingen, het loslaten van oude belemmerende patronen, het accepteren van de mogelijkheden en beperkingen van gezinsleden of het creëren van rust en structuur.
Het begeleidingstraject bij Scope wordt afgesloten met een evaluatie. Er wordt dan samen gekeken in hoeverre de doelen zijn behaald en wat er eventueel nog nodig is voor het vervolg.